Ingredienten
- 15 gram droge gist (40 gr vers)
- ca 300 gr koud water
- 600 gr bloem
- 120 gr koude melk
- 1 ei
- 10 gr witte basterdsuiker
- 30 gr zachte roomboter
- 10 gr zout
- 300 gr koude roomboter
- 1 ei om te bestrijken
Werkwijze
Maak een deeg van de eerste 6 ingredienten. Voeg als laatste de zachte roomboter (30 gr) en het zout toe en kneed nog ca 5 minuten door. Vorm een bol en laat het deeg een uur in de koelkast rusten.
Snijd een kruis in de deegbol en rol de 4 hoeken uit tot ‘oren’. Sla de koude roomboter met een deegrol een beetje soepel (doe de boter even in plastic folie of een plastic zak). Vorm van de koude roomboter een vierkant en leg dat boven op het ingesneden kruis. Vouw de oren over het stuk boter, zodat een vierkante deegbol ontstaat waar de boter netjes in ingevouwen.
Rol uit tot een langwerpige rechthoek. Vouw de smalle einden naar het midden en vouw nog eens dubbel. Herhaal het uitrollen en opvouwen en laat weer minimaal een uur in de koelkast rusten.
Rol het deeg nu uit tot een rechthoek van (ruim) 30×60 cm en snijd in vierkanten van (ruim) 15×15 cm. Snijd de vierkanten diagonaal door voor croissants en in de lengte voor chocolade broodjes. Rol de croissants vanaf de brede kant op (ik snijd deze altijd even 2cm in, voor een luchtiger resultaat). Leg voor de chocoladebroodjes op één uiteinde van het deeg stukjes chocolade of chocoladepasta en rol deze op.
Bestrijk ze gelijk met losgeklopt ei (altijd vanuit het midden naar buiten strijken, want als er ei op de snijranden van het deeg komt belemmert dit de vorming van laagjes). Laat anderhalf uur rijzen op een warme plaats onder een vochtige doek. Bestrijk ze nog eens met losgeklopt ei en bak in 15 minuten op ca. 210oC af. Bespuit de wanden van de oven met water voor stoomvorming direct na het inovenen voor een knapperige korst.