De vochtproblemen daar liep ik tegenaan toen ik de Hello Kitty taart ging maken deze week. De taarten zelf waren al voorbereid en stonden, gemaskeerd met botercreme, klaar in de vriezer. Woensdagavond uit de vriezer gehaald en in de koelkast geplaatst zodat ik donderdagochtend aan de slag zou kunnen met bekleden (ik had een afspraak voor mijn werk die avond, dus moest ik de ochtend even vrij plannen om de taart toch op tijd af te hebben).
Op zich werkt het lekker als de taart uit de koelkast komt, want de botercreme is dan lekker stevig, waardoor de taart strak bekleed kan worden. Gelijk aan de onderkant met de airbrush even een kleurtje aangebracht. Omdat ik de taart eigenlijk weer in de koelkast wilde bewaren zou ik gelijk een laagje cacaoboter over de taart spuiten (dat is echt geweldig om inwerking van vocht tegen te gaan). Maar ik was te laat en er begon zich al een stevige condenslaag op de taart te vormen. Blijkbaar was hij nog lang niet ontdooid. Gelijk de ventilator er op gezet, maar ook dat hielp niet meer. Het werd een kleddernatte boel en hier en daar dreigde de kleurstof zelfs wat door te lopen. Dus snel de hartjes erop geplakt (dat ging nou wel weer lekker op de natte fondant 😉
Bij de tweede taart (het kussentje) kon ik hier rekening mee houden, maar echt lekker werkt het niet. Strak afwerken is bijna onmogelijk, en alles wat je vast wilt plakken valt gelijk weer naar beneden. Zo heb ik de koortjes langs het kussentje wel vijf keer vast moeten zetten en ondersteunen… Maar goed, het was een aardig leermoment. Nooit meer gelijk uit de koelkast de taarten bekleden: eerst op kamertemperatuur en hooguit een uurtje terug om de botercreme stevig te maken. Afwerken met cacaoboter, en pas dàn weer terug de koelkast in. Scheelt een hoop stress…
Vrijdagavond is het eigenlijk vaste prik: bruine melkbolletjes voor het zaterdagontbijt. Maar goed, wat variatie is natuurlijk ook fijn, dus deze keer heb ik de jongens krenten(rozijnen)bollen beloofd. Marlies is er niet gek op, dus het werd een half-om-halfje. Tot nu toe had ik voor de krentenbollen altijd een apart recept gebruikt, maar ze wilden nooit lekker worden. En dat terwijl we de melkbollen eigenlijk beter vinden dan die van de bakker! Dus deze keer heb ik eerst een deegje gedraaid voor melkbollen (anderhalf keer het genoemde recept, met voor de smaak 10% volkorenmeel erdoor). Daarna het deeg in twee-en verdeeld en door één helft 100% bloemgewicht (dus zo’n 275 gram in dit geval) aan gewelde rozijnen en een theelepel citroenrasp toegevoegd.
En dat blijkt een goede zet te zijn; geweldige rozijnenbollen die net als de melkbollen zeker niet onder doen voor die van de bakker!